-
Home
›
-
Nieuws
›
- Leerlingen bouwen Tiny Houses in uniek onderwijsproject
Hoe bouw je een echt huis? Wat komt er allemaal bij kijken? Leerlingen van het Citadel College, Leerpark Arnhem en de Quadraam-scholen Het Westeraam, Liemers College, Maarten van Rossem en Olympus College ervaren het. In ongeveer 7 maanden doorlopen de vmbo-scholieren elke fase van het bouwproces, met als resultaat hun eigen Tiny House.
"Het leuke aan dit project is dat je lekker met je handen bezig bent. Je werkt aan een eindresultaat", zegt Rick, leerling van het Liemers College. Het Tiny House-project is het resultaat van een vernieuwende en nauwe samenwerking tussen Sterk Techniekonderwijs (STO)*, Rijn IJssel, de genoemde VO-scholen, Bouwend Nederland en opleidingsbedrijven ReVaBo, InstallatieWerk (IW), Bouwmensen en de Schildersvakopleiding. Aanleiding is het al langer bestaande probleem: een groeiend tekort aan technisch geschoold personeel (en te weinig praktijklokalen). Steeds minder leerlingen kiezen voor een vervolgopleiding in de techniek, en daar moet verandering in komen.
Het begint bij het voortgezet onderwijs
Peter Koenders, oud-directeur van Koenders Totaalbouw is na het bijwonen van een eerste bijeenkomst van STO, meteen enthousiast. Zijn hulp en kennis zet hij graag in bij het Tiny House-project om meer jongeren de techniek in te krijgen. Carine van Grinsven, coördinator Sterk Techniekonderwijs: “Mede dankzij Peter is het project zo’n succes. Zo regelt hij sponsoren en bedrijven die de jongeren begeleiden en het vak leren.” Peter: “De continuïteit in de bouw is belangrijk. We hebben ook in de toekomst vakmensen nodig. Natuurlijk zie je wel een prefab-trend in de bouw, maar bestaande woningen moeten ook worden aangepast en verduurzaamd. Daar zijn vakmensen voor nodig, die op de hoogte zijn van de nieuwste bouwtechnieken.” Op het mbo en het hbo doen jongeren praktijkervaring in de techniek op. Alleen begint het voorbereiden op een beroep in de bouwsector al in het voortgezet onderwijs. Het Tiny House-project biedt de vmbo-leerlingen van de genoemde scholen een vroege kennismaking met de praktijk.
Bouwen = samenwerken
Sinds september zijn de leerlingen drie à 4 ochtenden in de week aan het bouwen op twee locaties: de ENKA-campus van Rijn IJssel en locatie Landeweer van het Liemers College. Peter: “Het is behoorlijk veel werk. Alle activiteiten van het bouwen van een huis komen hierin terug. Maar de leerlingen doen het met zoveel plezier; ze kijken er ieder keer echt naar uit. Zelfs als het regent willen ze aan de slag.” De betrokken vakmensen bij de opleidingsbedrijven en op de bouw werken ook graag met de jongeren. Ze zijn erg enthousiast. Iedereen werkt aan een gezamenlijk doel. Peter: “Dat leren we de leerlingen ook: bouwen is samenwerken.” En die samenwerking is altijd aanwezig, ze kijken zelfs of de ladder goed staat als een collega-leerling de latten voor het stelwerk vast boort: “Veiligheid voorop”, zegt Rick trots.
Vooruitdenken
Naast het daadwerkelijke bouwen en samenwerken, leren de jongeren ook andere vaardigheden, zoals organiseren. Peter: “Als je beton giet, dan kun je niet op het laatste moment bedenken wat je moet doen als het cement begint te stromen. Het is belangrijk om vooruit te denken en samen te werken. Leerlingen bevestigen dit: “Je moet goed nadenken wat je doet. Je kunt niet de fundering gaan storten en daarna denken, goh er moest nog een leiding bij. Dat vooruitdenken is soms lastig, maar het maakt het ook extra leuk.”
Theorie naast de praktijk
Voordat de leerlingen aan de slag gaan met een specifiek praktijkonderdeel, krijgen ze eerst training van één van de opleidingsbedrijven ReVaBo, Bouwmensen Doetinchem, IW Leren & Werken Achterhoek-Rivierenland en de Schildersvakopleiding Nijmegen/Zutphen. Carine: “Wat ze leren, brengen ze zo direct in de praktijk”. Ook de nieuwste technieken komen aan bod, zoals luchtdicht bouwen.
Vooruitblik
Het project loopt tot ongeveer eind maart, maar andere VO-scholen in de regio staan nu al te trappelen om mee te doen bij een vervolg. “Wij willen er zelf ook heel graag mee door. Het is nu nog een proefproject, maar we geven er graag continuïteit aan; we merken nu al dat het project geslaagd is”, aldus Carine en Peter.
*Vanaf september 2018 wordt er gemiddeld 100 miljoen per jaar extra geïnvesteerd in techniekonderwijs op het vmbo. In 2018 en 2019 is er geld beschikbaar voor vmbo-scholen, waarmee deze kunnen investeren in bijvoorbeeld machines, materialen en mensen. Van 2020 – 2023 worden de middelen ingezet voor de uitvoering van regionale plannen van vmbo-scholen, mbo-instellingen, het bedrijfsleven en regionale overheid. De doelstelling is werken aan een duurzaam, dekkend en kwalitatief sterk technisch onderwijs.
« Terug naar overzicht