-
Home
›
-
Nieuws
›
- ‘Montessori Breed’: leren & ontdekken in de praktijk
In 2024 staat de introductie van ‘de nieuwe leerweg’ in het vmbo gepland. Met praktijkgericht onderwijs in leerjaar 3 en een verregaande voorbereiding op mbo en havo. Montessori College Arnhem introduceert na de zomer al zo’n praktijkvak. Caroline van Toor trekt de kar.
Wat verstaan jullie precies onder ‘praktijkvak’?
“Vaak denken mensen bij ‘praktijkvak’ heel specifiek aan ambachten. Hier gaat het om praktijkgerichtheid: leerlingen in realistische situaties laten leren in nauwe samenwerking met regionale bedrijven, gemeenten en stichtingen. Zij voorzien ons van concrete opdrachten en bepalen daarmee grotendeels de invulling van het vak. Leerlingen leren allerlei vaardigheden, zoals presenteren, onderzoek doen, gegevens vastleggen, et cetera. We willen hier ook nadrukkelijk mbo’s bij betrekken: leerlingen kunnen leren van studenten en krijgen zo op een heel laagdrempelige manier een indruk van verschillende mbo-opleidingen.”
Kun je voorbeelden geven van praktijkopdrachten?
“Zeker! Natuurcentrum Arnhem heeft ons gevraagd om mee te denken over hoe zij de betrokkenheid van jongeren bij hun afval-estafette kunnen vergroten. Ook zijn we een samenwerking gestart met Beeldbrengers: zij gaan onze leerlingen uitleggen hoe je goede promotiefilmpjes maakt. Die kunnen we dan misschien wel weer inzetten voor het vraagstuk van Natuurcentrum Arnhem. Een ander voorbeeld: Plantenvoedingsspecialist Canna levert ons zaden en een irrigatiesysteem. Hiermee gaan we niet alleen de schooltuin opknappen, maar ook groenten, fruit en kruiden kweken voor onze kookclub en bijvoorbeeld gladiolen telen voor de jaarlijkse 5-mei-herdenking in de wijk.”
Waarom willen jullie als school graag aan de slag met dit vak?
“Het past heel goed bij het Montessori-onderwijs, waarin naast ‘binnen & buiten leren’ ook ‘hoofd-hart-handen’ centraal staat. In dit vak kun je alles wat je leert (hoofd), inzetten om iets te produceren, ontwikkelen of ontwerpen (handen). En we hopen dat leerlingen zichzelf door dit praktijkvak beter leren kennen, zodat ze merken waar hun vuur van gaat branden (hart). Wie ben je? Wat word jij? Welke vaardigheden heb je daarbij nodig? Dus het heeft ook veel te maken met loopbaanoriëntatie en -begeleiding.”
Wat maakt loopbaanoriëntatie zo belangrijk?
“Veel leerlingen hebben nog geen idee van wat ze later willen doen. Of ze hebben iets specifieks in hun hoofd, maar weten niet dat er ook nog veel andere beroepen en opleidingen zijn waar ze hun talenten in kwijt kunnen. Dat willen wij hen al vroeg laten ontdekken, zodat zij de voor hen juiste opleidingskeuzes kunnen maken. En daarvan pluk je al in mavo 3 en 4 de vruchten: want als je weet waarvoor je het uiteindelijk doet, zit je vaak ook gemotiveerder in de klas.”
Jullie gaan het praktijkvak dus al op heel korte termijn geven?
“Dat klopt. We gaan ‘Montessori Breed’ - zo heet het vak - vanaf september aanbieden aan alle mavo-3-leerlingen. In eerste instantie voor twee uur per week. We zien gewoon heel veel mogelijkheden en daarom willen we er snel mee aan de slag. Het is een fantastische kans om leerlingen in de praktijk te laten ontdekken wat ze leuk vinden. En om hen laagdrempelig kennis te laten maken met mogelijke vervolgopleidingen.”
Wat heb je als school nodig om zo’n praktijkgericht vak goed van de grond te krijgen?
“In de eerste plaats: bevlogen docenten die hier hun schouders onder willen zetten. En natuurlijk een faciliterend MT. Daarnaast is het belangrijk dat je gedegen onderzoek doet met elkaar: wat is er mogelijk en wat past bij jouw school? Het is belangrijk om heel dicht bij de waarden van de school te blijven.”
Hoe zijn jullie bij het opzetten van dit nieuwe vak te werk gegaan?
“Nadat we als kernteam – samen met ouders, leerlingen en collega’s – hadden nagedacht over waar het vak aan moest voldoen, hebben we intern een oproep gedaan: wie wil meehelpen met het vak verder uitwerken? Vervolgens zijn we regionale organisaties gaan benaderen. Eerst vanuit ons eigen netwerk, later ook breder, om opdrachten binnen verschillende branches te kunnen ophalen. We hebben ook een flyer naar ouders gestuurd; daaruit zijn al concrete praktijkopdrachten voortgekomen. Die ouderbetrokkenheid is superfijn; je merkt dat ouders er enthousiast van worden! Inmiddels is er ook een sectie opgericht; de collega’s die het vak gaan geven, denken na over onder andere beoordeling & toetsing en of we dit vak digitaal en/of fysiek gaan vormgeven.”
Wat vraagt het van jullie als school om nauw met bedrijven en stichtingen samen te werken?
“Je moet superflexibel zijn. In het onderwijs zijn we gewend dat alles in periodes is georganiseerd. Bedrijven hebben daaraan geen boodschap; zij bepalen wanneer ze wat nodig hebben. Is dat een opdracht voor een halve klas of voor drie leerlingen? Halverwege de periode? Deadline in de kerstvakantie? Je kunt niet zomaar ‘nee’ zeggen: gewoon doen dus en de rest om die opdrachten heen plannen. Zo werkt het in de maatschappij ook.”
Wat is tot nu toe voor jou als kartrekker de grootste eye-opener?
“Neem tijd voor de communicatie en blijf continu in gesprek met elkaar. Ga er niet vanuit dat collega’s alles wat jij communiceert, in zich opnemen. Neem je doelgroepen mee in het project en leg uit waarom het nodig is. Zorg dat, wat jij graag wilt, gaat leven. Pas dan komt het binnen.”
Wat levert het jou als docent op, naast gemotiveerde en gelukkige leerlingen?
“Als docent ben ik gewend om leerlingen en ouders te enthousiasmeren. Maar in het bedrijfsleven werkt het wel echt anders: tijd is geld, dus je moet bijvoorbeeld je verhaal snel en overtuigend brengen. Dat vraagt echt om andere vaardigheden. Daarnaast kom je natuurlijk in aanraking met uiteenlopende branches en mensen. Ook dat maakt het superleuk en interessant. Daar groei je zelf ook van!”
« Terug naar overzicht